#NLTourismResearchNetwork in het teken van bewoners in toerisme met lancering Graduate Network PD Leisure, Tourism & Hospitality

18-03-2022

Op vrijdag 12 april kwam het #NLTourismResearchNetwork voor de derde keer bij elkaar. Deze keer in het Urban Leisure & Tourism (ULT) Lab Rotterdam. Aansluitend werd het Graduate Network van de professional doctorate Leisure, Tourism & Hospitality gelanceerd. Heb je het gemist? Dan hier op de CELTH-site een compacte samenvatting van de dag.

Voor de organisatie tekenden Edward Huijbens van Wageningen University & Research en Menno Stokman van CELTH. Volgens Edward is de essentie van deze bijeenkomst elkaar te ontmoeten en uit te wisselen waar iedereen mee bezig is. En dat in een hele spannende omgeving van het ULT-Lab op Rotterdam-Zuid. Als kers op de taart presenteren we ook het Graduate Network van de professional doctorate Leisure, Tourism & Hospitality. Volgens Menno gaan de discussies in toerisme-onderzoek vooral over impact. “We kijken naar de impact van het domein, de data die we daarvoor nodig hebben en op deze dag zeker naar de impact van deze locatie. Waar zijn we, waarom zijn we hier en hoe gaan studenten in dit Lab impact maken.” CELTH wil ook impact maken en richt zich daarbij op de bestemming in haar Agenda Bewuste Bestemmingen. “We hebben een team van CELTH-onderzoeker die gelinkt zijn aan de vijf urgente thema’s: Leefomgeving, Human Capital, Organiserend Vermogen, Smartness en Vrijetijdsaanbod. Elke themamanager jaagt projecten op zijn thema aan zodat we stap voor stap kennis ontwikkelen en impact maken.”

Bewonersbetrokkenheid. Hoe organiseer je dat?

Jochem Jansen van NHL Stenden presenteerde vervolgens onder de titel ‘Onbekend maakt onbemind’ het CELTH-onderzoek naar bewonersbetrokkenheid. “We willen praktische tools ontwikkelen om bewoners te betrekken bij de ontwikkeling van toerisme en beleidsvorming.” Het project met als researchcontext het centrum van Utrecht is halverwege en de eerste resultaten zijn al beschikbaar. Uit de resident empowermentmeting (RETS) blijkt dat de bewoners van Utrecht positief tegenover toerisme staan. “Helaas is er sprake van een lage betrokkenheid en weinig kennis van gemeentelijke acties en beleid over toerisme. Terwijl ze dat wel ambiëren.” Jochem had alvast wel wat lessen kunnen trekken uit het project.

  • Begin gewoon. Start klein en ontdek.
  • Aan de slag gaan met bewonersbetrokkenheid vraagt vanuit beleidsmakers moed.
  • Een bottom up benadering heeft de voorkeur.
  • Ga vooral in gesprek want alleen al het gesprek is waardevol.
  • Valkuil is wel dat niet altijd duidelijk is wie de eigenaar is van een project.
  • Tot slot gaat het om een andere mindset bij gemeente, CMO en bewoners.

Nieuwsgierig naar de opzet en partners in dit project? Lees dan op de CELTH-site er alles over: https://www.celth.nl/projecten/onbekend-maakt-onbemind-op-weg-naar-praktische-interventies-bij-bewonersbetrokkenheid-het

Bewonersprofijt. Hoe meet je dat?

Jeroen Klijs van de Breda University of Applied Sciences en themamanager Leefomgeving van CELTH presenteerde de voortgang op het project rond het meten van bewonersprofijt. Uitgangpunt van het project waren de sectorvisie Perspectief 2030, Waardevol Toerisme van Rli en de Agenda Bewuste Bestemmingen van CELTH. Twee vragen stonden in het project in elkaars verlengde centraal: Wat is bewonersprofijt en hoe kun je dat dan meten? Uit een initieel onderzoek bleek bewonersprofijt een breed en diepgaand begrip is. In dit project is gekozen voor profijt die bij bewoners terecht komt. “Het gaat ons om percieved residents’ benefits”, vertelde Jeroen. “De volgende stap was het verzamelen van methoden om bewonersprofijt te meten. We hebben nu expertinterviews waarin we op basis van criteria de verschillende methoden, die we in de literatuur hebben achterhaald, scoren. Na de zomer gaan we vier verschillende methoden testen in Schouwen-Duiveland.” Het resultaat van dit project bestaat uit een keuzetool waarmee bestemmingen de beste methode kunnen selecteren voor het meten van bewonersprofijt in hun bestemming.” Hier lees je meer over dit project: https://www.celth.nl/projecten/meten-van-bewonersprofijt-verkenning-van-indicatoren-en-methodieken

Gelijkheid in toerisme? Hoe organiseer je dat?

Bernadett Papp van NHL Stenden en CELTH-themamanager Smartness presenteerde het internationale project over gelijkheid in toerisme met als pakkende titel: ‘Understanding and managing the distribution of tourism’s benefit in destinations communities.’ Het gaat in dit project met name om de verdeling van de voordeling van toerisme in de bestemming. En dat is hard nodig want in de bestemming profiteren over het algemeen maar weinig partijen van toerisme en rusten tegelijkertijd de lasten op de hele gemeenschap. Grote vraag is dan ook hoe zij ook kunnen profiteren van de voordelen van toerisme. De onderzoekers werken allereerst aan een gezamenlijke taal rond gelijkheid en het identificeren van mechanismen die een betere gelijkheid in bestemmingen kan promoten. Deel van het onderzoek is ook om drempels en stimulansen voor meer gelijkheid te identificeren. “We willen uiteindelijk een roadmap en actieagenda ontwikkelen om daarmee DMO’s en beleidsmakers te adviseren en te helpen naar een meer gelijkwaardig toerisme.” Het project is breed en internationaal opgezet met 20 cases in alle continenten van de wereld. Voor elke case wordt gelijkheid op vijf aspecten onderzocht (economisch, omgeving, cultuur, ruimtelijk en toeristische beleving). Lees alles over het project op: https://www.celth.nl/actueel/baanbrekend-onderzoek-naar-een-rechtvaardig-toerismemodel

Vanuit de zaal was er veel waardering voor deze drie projecten maar waren er ook zorgen over onderzoek moeheid en participatiegraad bij de lokale bevolking. “Accepteer dat niet iedereen wil participeren en realiseer je dat er altijd een bepaalde groep naar bijeenkomsten komt.” En als ze dan zijn geweest moet je jezelf realiseren dat bewoners die aan een participatietraject hebben meegedaan daar wel wat van terug willen zien. Zorg tot slot dat je niet alleen naar de hardste stem luistert en met een open mindset naar alle geluiden blijft luisteren.

Op zoek naar een vruchtbare grond voor verandering? Het Urban Leisure & Tourism Lab

We waren te gast op een bijzondere locatie, het Urban Leisure & Tourism Lab Rotterdam. Ko Koens van Inholland University of Applied Sciences vertelde namens Roos Gerritsma, Danagh Horgan en Iris Kerst waarom Inholland met Living Labs is gestart: “We zijn met deze labs gestart omdat we meer verbonden wilden zijn met lokale gemeenschappen.” Het eerste Lab zag in 2015 in Amsterdam Noord het levenslicht en in 2020 volgde de locatie Rotterdam met haar eigen lab op Zuid. De labs zijn onderdeel van Inholland maar based in de lokale gemeenschap. “Living Labs doe je niet voor een jaar maar voor de lange termijn. Ko: “Veel labs gaan weer weg als je eindelijk succes hebt. Als je ergens langer bent, groeit het vertrouwen in de buurt en dat merken we. We proberen dingen, testen die en om ze uiteindelijk op te schalen.” Maar opschalen is best lastig. Ko: ”Wij zien opschalen niet als doel voor onze labs. We willen een vruchtbare grond voor verandering realiseren door mensen samen te brengen en gebruik te maken van de wishdom of the crowd. We leren om samen te navigeren in de complexiteit waar we mee geconfronteerd worden.”

Studenten spelen een centrale rol in de labs van Inholland. De Urban Leisure & Tourism Labs zijn niet alleen een onderzoekslab maar ook een leeromgeving voor studenten. “Het is aan de ene kant voor studenten verfrissend dat ze eindelijk wat in het echt mogen doen maar daardoor ook beangstigend.” De labs vragen ook wat van de buurt en de deelnemers. Daar moet je heel zorgvuldig mee omgaan: “We hebben ontdekt dat onze activiteiten leuk voor de deelnemers moeten zijn en ze er wat uit kunnen halen. We mogen de tijd van de deelnemers niet verpesten.” Daarnaast moet je geen overspannen verwachtingen van het oplossend vermogen van de labs hebben. Ko: “Is het realistisch dat living labs complexe problemen gaan oplossen?” Daarnaast kosten Living Labs veel tijd en moeite, vooral om vertrouwen en relaties in de wijk op te bouwen. Living Labs zijn geen wondermiddel, maar kunnen een belangrijke rol spelen transities. Het negeren van de politieke dimensie is een belangrijke valkuil. Zelf met labs aan de slag? Lees dan hier de tips: https://toolbox.ensut.eu/tools

Meer datagedreven werken met de Nationale Data Strategie

Evelien Visser-Jonker van de Landelijke Data Alliantie gaf een inkijkje in de Nationale Data Strategie. De Landelijke Data Alliantie is een open netwerk voor iedereen die gebruikt maakt van data en insights. Alles met als doel om datagedreven werken in toerisme te stimuleren. De strategie is nadrukken niet het werkprogramma van de LDA maar ook een focuspunt voor andere partijen die daaraan bij kunnen dragen. De Nationale Data Strategie bestaat uit vijf guiding principles. basisdata, innovatie, organisatie en financiering, netwerksamenwerking en van data naar insights en implementatie.

Volgens Evelien hebben we kwalitatief goede data nodig over toeristische vraag en aanbod die publiekelijk toegankelijk is. “We moeten ook kritisch zijn op de huidige onderzoeken en ons afvragen of deze nog wel de passend zijn. Een punt van aandacht is dan ook een verdere regionalisering van de basisdata.” Daarnaast wil de LDA innovatie in toeristische dataverzameling stimuleren. Daarvoor is ook geld vanuit het Rijk beschikbaar en Evelien deed graag een oproep aan de aanwezigen om projecten in te dienen. Verder kijken ze ook naar datagedreven werken. “Hoe moet je data interpreteren, hoe communiceer je daarover en maak je een datagedreven beslissing?” Tot slot deed Evelien nog een oproep om datagedreven werken in het onderwijsprogramma op te nemen. Lees online de Nationale Data Strategie: https://www.landelijkedataalliantie.nl/nl/home/kennisbank/toerisme-recreatie-algemeen/de-nationale-datastrategie

De professional doctorate? Een eigen promotietraject voor de hogescholen

Tot slot lichtte Jos van der Sterren de professional doctorate toe. Dat is het nieuwe promotietraject van de Nederlandse hogescholen. “We hadden geen eigen 3e cyclus en die is met de professional doctorate (PD) nu compleet. De PD is domein georiënteerd waaronder zich hogescholen mogen verenigen. In Leisure, Tourism & Hospitality heeft CELTH het initiatief genomen en er doen 7 hogescholen mee. De PD is vooralsnog een pilot van 8 jaar waar de hogescholen zich zullen moeten bewijzen.

De PD verschilt wezenlijk van het promotietraject van de universiteiten, de PhD. PD-kandidaten zijn onderzoekende professionals, die leren interventies te ontwerpen, implementeren en eventueel op te schalen als antwoord op complexe problemen. Tijdens hun promotie bouwen ze aan een portfolio. “Het niveau is hetzelfde als een promotietraject op de universiteit maar de weg daarnaartoe is anders.” Ze moeten zich vier rollen eigen zien te maken: change agent, researcher, innovator en professional. “Deze rollen zijn interconnected en context afhankelijk.” Jos ging ook in op de vraag voor wie de PD is bestemd. Hij ziet drie groepen: “De PD is voor werknemers aan een hogeschool die de PD gebruiken als volgende stap in hun academische carrière. Ook voor masterstudenten die zichzelf verder willen ontwikkelen en professionals uit de praktijk die zich willen verdiepen in een concreet vraagstuk si de PD een mooi traject.” Uniek aan de PD is de betrokkenheid van industriepartners in de vraagstukken en hun rol in de begeleidingscommissie van de kandidaten. Naast twee lectoren zitten daar ook twee werkveldpartners in.

In het domein Leisure, Tourism, Hospitality kunnen de komende vier jaar in totaal 17 kandidaten aan zeven verschillende hogescholen een PD starten. De Graduate Committee beslist over de toelating van een kandidaat. Ondersteunend is het Graduate Network dat vandaag werd gelanceerd. Dat staat open voor researchers en industry experts. Ze vormen het netwerk voor de PD-kandidaten.

Uit de zaal kwamen heel wat vragen over dit nieuwe promotietraject. Zo waren er vragen over een te sterke verwevenheid van de industry met de vraagstukken van de kandidaten. Volgens voorzitter Elena Cavagnaro van de Graduate Committie wordt onderzoek zeker niet geleid door de industry: “Het gaat om brede thema’s die voor langere tijd relevant zijn.” Jeroen voegde toe: “Het woordje industry betreft niet alleen ondernemingen maar ook bredere meer maatschappelijke organisaties.” Er waren ook heel wat vragen over output van de kandidaten. Waar bij een PhD een proefschrift of artikelen centraal staan, is dat bij de PD het portfolio van de kandidaat: “Aan het eind wordt het portfolio bekeken en beoordeeld door een accesmentcomité. Kandidaat Roos Gerritsma adviseerde om een kritische vriend van de universiteit in je netwerk op te nemen. Op de vraag of de sector wel zit te wachten op deze hoog gekwalificeerde werknemers waren de betrokkenen kort. Elena vatte het sentiment mooi samen: “Diezelfde vraag hadden we ook over de eerste PhD-kandidaten in onze sector maar die kwamen allemaal heel goed terecht. Menno voegt toe: “We hebben dit extra level van expertise echt nodig.”