Nieuwe vaardigheden

28-11-2023

Medio november vond de Recreatie Vakbeurs weer plaats in Hardenberg; een allround vakbeurs voor de recreatiebranche. Samen met Jeffrey Belt, adjunct-directeur HISWA- RECRON, was ik uitgenodigd voor een dubbelinterview. Het onderwerp van gesprek was de arbeidsmarkt en het menselijk kapitaal binnen de Nederlandse vrijetijdssector. Genoeg om over te praten dus.

Een van de vragen ging over de uitstroom van personeel uit de sector. In Nederland hebben we 752.270 dienstverbanden binnen de vrijetijdssector. De Landelijke Data Alliantie becijferde daarbij een uitstroom uit de sector van 20,4% van de werknemers in 2022. Dat lijkt dus een groot probleem. De vraag was dan ook: ‘Waarom rennen al die mensen weg?’. Gelukkig was het antwoord wat genuanceerder dan dit heftige cijfer doet vermoeden. Want er is niet alleen uitstroom, er is ook instroom en doorstroom. De instroom is 29,9% en de doorstroom is 7,2% in 2022. Zie de arbeidsmonitor gastvrijheidssector voor het complete beeld en de definities. Alhoewel deze cijfers al jaren redelijk stabiel (met een afwijking tijdens de coronapandemie) zijn, laten ze wel zien dat het een hele klus is om ieder jaar weer het medewerkersbestand op peil te krijgen. En zeker in een krappe arbeidsmarkt zoals we die nu kennen zorgt dit voor problemen.

Er zijn meerdere oorzaken te benoemen voor deze hoge uitstroom:

  • Veel jongeren in Nederland hebben een vakantiebaan of bijbaan in de vrijetijdssector. Dit gaat om tijdelijk werk.
  • De vrijetijdssector is vaak seizoensgebonden. De piek ligt normaliter in de zomer. De wintermaanden zijn rustig waardoor bijvoorbeeld een deel van de ondernemers hun bedrijf (denk o.a. aan campings) voor een aantal maanden sluiten of de openingsuren verminderen (denk o.a. aan strandpaviljoens). Deze situatie werkt ook tijdelijke arbeidscontracten in de hand.
  • Een carrièreperspectief en de wens voor meer vastigheid spelen een rol om van baan te wisselen en de sector te verlaten.
  • De sector staat niet bekend om goede arbeidsvoorwaarden.

De cijfers zijn dus verklaarbaar, maar wel onwenselijk.

Zoals gezegd is de arbeidsmarkt momenteel uiterst krap. Dit zorgt ervoor dat werknemers de banen voor het kiezen hebben. Dit is een relatief nieuwe ontwikkeling die ondernemers niet gewend zijn. Daarbij komt dat de werkmentaliteit van de jonge generatie Z anders is dan wat de (oudere) werkgever ziet als goed arbeidsethos. Deze jonge generatie is op zoek naar flexibiliteit tussen werk en vrijetijd en hecht veel waarde aan thema’s als respect en diversiteit. Het maken van memorabele belevingen staat hoog op de agenda, daarna volgt geld verdienen. Verder zijn deze jonge mensen vaak geëngageerd en willen een verschil maken op het gebied van o.a. duurzaamheid zodat ook zij een goed leven kunnen hebben. Dit zorgt voor onbegrip. L’histoire se repète.

Een ander onderwerp dat aan bod kwam tijdens het interview zijn de vaardigheden die nodig zijn om het werk in de toekomst goed te kunnen uitvoeren. Een veelbesproken thema in onderzoeksland. Want het type werk in de vrijetijdssector zal veranderen. Denk aan transities op het gebied van digitalisering, verduurzaming en sociaalmaatschappelijke ontwikkelingen. Hoe zorgen we ervoor dat de medewerkers van nu ook hun werk goed en met plezier in de toekomst kunnen uitvoeren? En welke vaardigheden moeten de opleiders overbrengen op hun studenten om ze klaar te stomen voor een carrière binnen de vrijetijdssector? Er wordt al een aantal jaar op Europees niveau onderzoek gedaan naar deze ‘skills’ en de te ontstane ‘skills gap’. Samenwerking tussen het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen is nodig om hier kennis over te delen en oplossingen voor te bedenken. Samen bepalen hoe het curriculum van een opleiding eruit hoort te zien zodat een jonge professional in staat is om van waarde te zijn voor zijn nieuwe werkgever en de gasten. En hier bovenal werkplezier aan te beleven. Op deze wijze beperken we wellicht de uitstroom.

Het valt me op dat we geneigd zijn om te kijken naar de werknemer. Deze moet veranderen, zijn vaardigheden en werkmentaliteit aanpassen en zijn leven lang ontwikkelen om te kunnen presteren in de snel veranderende wereld. Maar is dit dan de enige oplossing? Hoe zit het met de werkgevers?

Een tijdje geleden sprak ik met een doorgewinterde recreatieondernemer over de krappe arbeidsmarkt. En hij zei: ‘We moeten bazen opleiden. We hebben innovators nodig met nieuwe talenten en een passend karakter. Dan komen de medewerkers ook makkelijker’. Deze ‘omgekeerde’ manier van denken sprak mij aan. Temeer omdat deze denkwijze onlangs werd bevestigd. Voor een onderzoek naar natuur en recreatie heeft HZ Kenniscentrum Kusttoerisme gesproken met een aantal recreatieondernemers die een grote passie voelen voor de natuur. Zij vertaalden deze bevlogenheid door naar alle facetten binnen hun bedrijf. Zij vertelden dat zij geen problemen hebben met het vinden van personeel. Sterker nog, ze worden gebeld door jonge mensen met de vraag of zij daar mogen komen werken. Want ze delen die passie voor de natuur. Een mooi voorbeeld dat laat zien dat het karakter van de werkgever en zijn drive om de wereld een beetje mooier te maken van groot belang zijn. Gelukkig kwam dit onderwerp ook ter sprake in Hardenberg en rondden we het gesprek af met een positief gevoel.

Simone Romijn
Themamanager human capital voor CELTH en Projectmanager bij HZ Kenniscentrum Kusttoerisme